Granaatappel
Latijnse naam:
Punica granatum L.
Gebruikelijke naam:
Granaatappel
Familie:
Lythraceae
Oorsprong:
Azië
Gebruikt deel van de plant:
Vruchten
Beschrijving
In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, is de granaatappel geen vrucht in de strikte botanische zin van het woord. Het is een bes waarvan de zaden omgeven door rood vruchtvlees arils worden genoemd. De granaatappel wordt geconsumeerd om zijn sap dat rijk is aan vitamine C en polyfenolen, waaronder ellagische tannines, flavonoïden (quercetol), fenolzuren (cafeïnezuur en galluszuur) en anthocyanosiden (verantwoordelijk voor de rode kleur). Granaatappelschors wordt ook gebruikt in de fytotherapie.
De antioxiderende werking van de granaatappel is te danken aan de polyfenolen (ook antibacterieel). Zij verminderen de activiteit van vrije radicalen die verantwoordelijk zijn voor oxidatieve stress in de cellen. Bovendien remmen polyfenolen zoals tannine de enzymen die verantwoordelijk zijn voor het verlies van elasticiteit van het kraakbeen. Tannines hebben ook een vaatverwijdende werking. Van tannines wordt aangenomen dat ze hypertensie helpen bestrijden en bijdragen tot de gezondheid van de bloedvaten.
De voordelen
- Granaatappel wordt gebruikt voor zijn polyfenolen, zoals tanninen en antocyanosiden, die een antioxiderende werking hebben. Het draagt dus bij tot de bescherming van de cellen tegen oxidatieve stress.
- De schil van de granaatappel kan in synergie met andere bestanddelen worden gebruikt om deel te nemen aan de voedingsbegeleiding van darmovergevoeligheid.
